“De mondiale hegemonie draait om controle over grondstoffen”, schreef Caroline de Gruijter in NRC, naar aanleiding van het oplaaiende conflict in Kosovo. Het gaat over lithium, grondstof voor batterijen voor o.a. elektrische auto’s.
Vervang lithium door aluin en je bent in dezelfde situatie in de 15e eeuw. Hoofdrolspelers zijn de Paus, de keizer, de Turken én een slimme ondernemer: Agostino Chigi (1466-1520). De handige bankier Agostino Chigi verkrijgt van de paus de concessie voor de nieuwe aluinmijnen in Tolfa, een dorpje in pauselijk gebied niet ver van Rome. Die mijnen zijn de levensader voor het westen nadat de grote aluinmijnen in Turkije door de opmars van de Ottomanen onbereikbaar zijn geworden. Wat lithium nu is voor de energietransitie, is aluin voor de economie van de 15e eeuw: een onmisbare grondstof voor de motor achter de economie: de textielproductie.
ambitieus ondernemer
In tegenstelling tot zijn voorgangers, die het beheer van de mijn overlaten aan agenten, duikt Chigi er direct persoonlijk bovenop. De mijnen worden het fundament onder zijn wereldwijde imperium: een industrieel-handelscomplex waar zo’n 20.000 mensen in dienst zijn. Eerst rationaliseert hij de mijnbouw. Daarvoor koopt hij de ervaren experts uit Turkije. Voor de mijnbouwers bouwt hij een dorpje, vooral om ze onder controle te houden. Dat dorpje bestaat nog steeds (Allumière). Uit de overgebleven briefwisselingen met zijn opzichters ter plaatse is te lezen hoe zeer hij zich tot in detail met de productie bemoeit (met uitroepen als “uilskuikens!” en “luie nietsnutten!” in de tekst). De kosten houdt hij zo laag mogelijk, de arbeiders worden uitgebuit. Alle andere kleine productiecentra van aluin in Europa worden opgekocht. Hij bouwt zijn onderneming uit met een Europees agentennetwerk in alle belangrijke handelssteden. Een eigen distributienetwerk met een eigen haven en schepen is de volgende stap. Als effectief monopolist speelt hij met prijs, vraag en aanbod, tot wanhoop van de producenten. De paus geeft zijn zegen door te stellen dat het gebruik van (pauselijk) aluin uit Tolfa een christelijke plicht is; wie zich toch tot de Turken wendt kan worden geëxcommuniceerd. Alleen de Antwerpenaren hebben minder scrupules, en zetten Chigi eruit vanwege ongehoorde prijsopdrijving. Met behulp van de keizer wordt een compromis bereikt: er komt een prijsplafond en Chigi blijft ook in Antwerpen de enige aanbieder.
diplomatie
Maar nog is de markt niet helemaal onder controle, en daarom kijkt Chigi naar het Oosten, naar Venetië. Via die machtige handelsrepubliek komt nog steeds Turks aluin op de markt, met name voor Duitsland. Ook die markt wil Chigi in handen krijgen. De Turkse aanvoer moet worden gestopt met behulp van de Doge in Venetie. De paus, de militante Julius II, is verwikkeld in een oorlog met La Serenissima, maar overweegt van kant te switchen en de Venetianen in zijn kamp te krijgen. De koopman-bankier Chigi wordt zijn ambassadeur en diplomaat. Die is niet te beroerd zijn eigen belangen tegelijk met die van de paus te behartigen. Venetië, waar na maanden oorlog en beleg het water aan de lippen staat, gaat akkoord met de voorwaarden, en krijgt daarvoor in ruil een lening van Chigi. Zijn aluin mogen zij tegen een vaste prijs inkopen om die vervolgens tegen een hogere prijs verplicht door te verkopen aan een agent van Chigi. Als garantie voor de lening neemt Chigi de kroonjuwelen van de San Marco – de meest kostbare schat van de stad – mee naar Rome. Daar bergt hij ze op in de kluis in zijn nieuwe optrekje, zijn villa Suburbana, nu villa Farnesina. Daar krijgen ze een mooi plaatsje naast de tiara van de paus, die Julius II twee keer heeft moeten belenen aan de bankier.
monopolie
Chigi was een economisch avonturier. Een business-leider met verbeeldingskracht en ambitie. Die bereid was om risico’s te nemen en de maximale resultaten verwachtte. Maar met al zijn slimme allianties, zakelijk instinct, onderhandelingsvermogen en geld is het Chigi (en de paus) uiteindelijk toch niet gelukt de aluinmarkt te domineren en alle poppetjes naar hun pijpen te laten dansen. Er zijn meer redenen aan te wijzen: de paus en Chigi hebben niet het eeuwige leven, de oorlogen verlopen niet zoals verwacht, het territorium om te controleren is erg groot. Maar de belangrijkste lag buiten hun bereik: voor aluin worden meer bronnen en alternatieven gevonden. Misschien heeft het keihard duwen op het monopolie deze ontwikkeling wel versneld.
de kluis
Chigi heeft eigenlijk geen geschikte nazaten om zijn bedrijf over te nemen. En zelfs daarin toont hij een groot inzicht: zijn bank moet binnen zes maanden na zijn dood worden opgeheven. De pronkvilla die is gebouwd moet voor altijd in handen van de familie moeten blijven. Beide wensen zijn niet nagekomen.
Chigi wordt meestal geroemd om zijn artistieke patronage van o.a. Rafaël. De villa is een heerlijk bonbondoosje met schitterende fresco’s. Maar wie even in de zijzaal – Sala del Fregio – van de Loggia van Amor en Psyche gaat kijken, bevindt zich in de werkkamer van een keiharde ondernemer en zakenman zonder scrupules. Nog tot vlak voor zijn dood beheert hij vanuit deze kamer zijn investeringen. Hier wordt op het scherpst van de snede onderhandeld over de teruggave van de schatten van de van San Marco. De kluis, waar na zijn dood een astronomisch fortuin werd gevonden, ligt onder deze kamer.