Beeldenstorm in Rome – 5 strategieën

Beeldenstorm in Rome

Godfried Bomans had helemaal gelijk: de beelden in Rome moeten eigenlijk bibberen van ontzag voor óns, in plaats van andersom. Dat schreef hij in 1956 in zijn nog altijd vermakelijke boekje ‘Wandelingen door Rome’. Het is de mens die een beeld kan maken of breken. Wie eeuwen en zelfs millennia terug wil kijken, kan als moderne beeldenstormer nog wel wat inspiratie opdoen.

De mens kan een beeld maken of breken

Als beeld van een historisch personage ben je vandaag de dag je leven niet meer zeker. Voor je het weet lig je ondersteboven in de rivier te zwemmen omdat de persoon ons niet meer aanstaat, of omdat we zijn daden in een ander licht bezien. Of de nieuwe lezing juist of genuanceerd is, doet er niet toe: de resultaten zijn gesneuvelde hoofden en besmeurde lichamen van wie ooit fier en trots de wereld inkeek vanaf een voetstuk.

Het levert heel wat ongemakkelijke situaties op. In Rome maak ik dat dagelijks mee. Het beeld van Julius Caesar is altijd populair voor selfies, maar op de keper beschouwd was Julius C. iemand die zich de macht ongrondwettelijk had toegeëigend, en rücksichtslos geweld, of de dreiging daarmee, niet schuwde. Omtrekken dan maar? Daarvoor heeft hij nog teveel een idool-status. Maar het schuurt wel. Het is een kwestie van tijd voor hier een verklarend bord bij komt vol educatieve goed bedoelde gemeenplaatsen.

Foute beelden

Hoe ging men in het verleden om met bij nader inzien ‘foute’ beelden? Daarvoor maakte ik een rondgang op een betrekkelijk klein stukje van Rome. Ik vond talloze voorbeelden van standbeelden die in de loop van de eeuwen het oordeel van de geschiedenis aan zich voorbij hebben zien trekken.  Daaruit blijkt dat er vele meer en minder subtiele strategieën zijn die daarop kunnen worden losgelaten.

Strategie 1: Vervangen

Keizer Trajanus stond ooit bovenop de zuil die zijn naam draagt: de vastlegging in steen van zijn succesvolle oorlogsinspanningen. De zuil was het klapstuk van het enorme, imposante Forum van Trajanus dat hij had laten bouwen na het uitschakelen van de opstandige Daciërs. Dat is een eufemisme, want je kunt zeggen dat hij verantwoordelijk was voor een volkerenmoord. De mannen  werden gedood of als slaaf verkocht  (in zulke grote getalen dat de slavenmarkt in Rome instortte). De vrouwen werden gedwongen uitgehuwelijkt aan de Romeinse soldaten die als pensioenpremie een stukje land in Dacië kregen toegewezen. Daaruit ontstond het volk van de Roemenen, en dat is de reden dat de Roemenen een Romaanse taal spreken en geen Slavische.

Genocide

Het verhaal op de zuil leidt onherroepelijk tot het vergulde beeld van de vergoddelijkte keizer bovenop. Hij staat er echter niet meer op; hij is vervangen door een beeld van de apostel Petrus. Trajanus was volgens paus Gregorius de Grote zo rechtvaardig geweest dat hij wel een christen avant-la-lettre moest zijn, zodat zijn ere-zuil een passend voetstuk was voor het beeld van de apostel. Het heidense verhaal krijgt een christelijke context. En dat van die genocide: dat was iedereen allang vergeten.

Het is overigens niet dit wapenfeit waarom Trajanus van zijn zuil is verdreven. De werkelijkheid is veel banaler, het beeld is waarschijnlijk meegenomen door de invallende Goten of Vandalen.

Strategie 2: ‘Make-over’

Vervangen is één mogelijkheid, je kunt ook denken aan een totale make-over. Het kwam vaker voor, maar het meest tot de verbeelding spreken natuurlijk de lotgevallen van de Colossus van keizer Nero.

Als liefhebber van kunst en cultuur leek het de keizer een goed idee de beroemde (niet meer bestaande) Colossus in de haven van Rhodos als model te gebruiken voor een beeld van de Zonnegod – alias zichzelf. Hij huurde de beste Griekse beeldhouwers in om het wereldwonder in zijn eigen achtertuin op te trekken en het beeld zijn gezicht te geven. Hij zag zichzelf namelijk als een levende manifestatie van Sol, en het beeld was dé manier om zich richting van de onsterfelijken te begeven. Hij bleek echter sterfelijker dan gedacht, want nog voor het beeld af was, werd hij gedwongen zelfmoord te plegen.

Slim hak- en breekwerk

Eigenlijk had ook het beeld met de gelijkenis van Nero moeten verdwijnen. Maar omdat de bevolking van Rome toch onder de indruk was van Nero’s megalomane beeld, besloot zijn opvolger keizer Vespasianus het beeld niet te vernietigen (dat zou trouwens nog een hele klus zijn), maar het te ‘fotoshoppen’. Nero werd omgekat tot Vespasianus’ zoon Titus, en dat was slechts het begin van een serie vergelijkbare aanpassingen. Titus kreeg later weer een stralenkrans, en zo  werd hij toch weer een zonnegod. “Dat kan ik ook”, dacht keizer Commodus – die het opschrift ‘Overwinnaar van duizend gladiatoren’ op het voetstuk liet beitelen. Verder heeft de Colossus ook de trekken gekregen van Romulus, de zoon van keizer Maxentius. Dit is allemaal mogelijk door slim hak- en vijl werk op een bestaand beeld. Zo geef je met een nieuw gezicht, een ander opschrift en nieuwe attributen een nieuwe betekenis aan een bestaand beeld. En daar hebben wij dan weer het Vrijheidsbeeld aan overgehouden.

“NIEUW OPSCHRIFT, NIEUWE BETEKENIS”

Oppergodin

Dit gebeurde ook veel met klassieke beelden die in christelijke heiligen werden veranderd.  Een enorm standbeeld van de godin Juno, de vrouw van Jupiter, doet met wat aanpassingen sinds de 18e eeuw dienst als afbeelding van de Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote. Helena was ook keizerin en regentes van Rome. Als heilige kon zij met recht de gedaante aannemen (of is het andersom?) van Juno, die immers de vrouw van oppergod Jupiter was, en een plek aan het hoofd van de tafel van de heiligen claimen. Dit beeld staat in de crypte van de kerk van Santa Croce in Gerusalemme.

“EEN BEELD KAN ALLEEN WOEDE OPWEKKEN ALS HET OOK WORDT GEZIEN”

Strategie 3: het ‘vergeethoekje’

Een beeld kan alleen woede oproepen als het ook wordt gezien, op een prominente plek staat, of een figuur voorstelt die op één of andere manier nog gekend wordt. Rome staat vol met beelden van ‘vergeten’ personages, mensen van wie men geen idee meer heeft wie het zijn geweest en wat ze hebben gedaan om een beeld te verdienen. Neem Alfredo Oriani. Een rechtsgeleerde en schrijver, die werken heeft geschreven die goed in het pulletje pasten van het opkomende fascime in het begin van de 20e eeuw. Zijn standbeeld staat in het parkje van de Colle Oppio, vlakbij het Colosseum. Maar het parkje ligt er slecht bij, en Oriani staat verscholen achter wat uitgeschoten struiken, waar de plantsoenendienst al enige tijd geen aandacht meer aan heeft besteed. Sommige verdwaalde toeristen stoppen even, checken of het niet Julius Caesar is, en lopen dan door. Alleen aan het anti-fascime teken dat in het vuil op zijn borst is gekrast, kun je zien dat er nog iemand is geweest die zich druk heeft gemaakt over dit beeld.

Alfredo Oriani

Strategie 4: hergebruik

Hergebruik is verreweg de meest toegepaste strategie voor de beelden van Rome. Dan bedoel ik echt het opnieuw gebruiken van het materiaal. We willen niet weten hoeveel kostbare marmeren beelden in de ovens zijn verdwenen om er kalk van te maken, grondstof voor cement. Vooral in de bouwwoede in Rome in de late middeleeuwen zijn zo complete volksstammen aan beelden gesneuveld.

Stop in het riool

Zo’n brok marmer is echter ook handig als vulmateriaal. Een mooi voorbeeld is het hoofd van keizer Constantijn, dat te vinden is in het museum van de keizerfora, de Mercati Trajanei. Dit hoofd is mogelijk met opzet gebruikt als stop voor een gat in het riool onder het Forum van Trajanus. Dat is hoogstwaarschijnlijk al in de oudheid gebeurd, misschien tijdens een korte opleving van het heidendom onder Julianus de Afvallige (361-363). Dat beeld is vrijwel intact in 2005 weer uit de goot tevoorschijn gekomen en sinds 2005 heeft hij een mooi plekje in het museum.  

Dat is sowieso een gedachte om even vast te houden over het omkieperen van beelden: wat in de modder verdwijnt, heeft de neiging weer boven water te komen, en dan zit je er alsnog mee.

Constantijn

“WAT JE IN HET WATER KIEPERT, KOMT ER OOIT OOK WEER UIT”

Het aardige van dit beeld van Constantijn is ook dat het op zichzelf ook weer ‘make-over’ is: een ouder beeld is zodanig bewerkt dat het onmiskenbaar de trekken van de eerste Christelijke keizer heeft gekregen.

Strategie 5: vernietigen

Drastisch, weinig subtiel en onomkeerbaar: je kunt een beeld ook met opzet kapot slaan en vernietigen. Soms zal dit echter gewoon te veel moeite zijn geweest. Talloze beelden van gevallen dictators vandaag de dag getuigen van de puur fysieke inspanning die dat kost. Maar de Romeinen waren niet voor een kleintje vervaard.

Ik denk dan aan het ruiterstandbeeld van keizer Domitianus, die in ongenade is gevallen. De Senaat sprak de damnatio memoriae uit, de vervloeking van zijn nagedachtenis: en het enorme beeld moest eraan geloven. Daar waar het heeft gestaan, op het middenplein van het Forum Romanum, is vandaag de dag niets meer te zien.   

domitianus
Comeback

Het effect van deze actie is echter toch gering. We weten nog steeds wie Domitianus was, en zelfs waar zijn beeld heeft gestaan. Sterker nog: je kunt stellen dat Domitianus bezig is aan een comeback: niet zo lang geleden wijdden de archeologische autoriteiten van Rome (ongeveer net zo machtig als de paus), een uitgebreide tentoonstelling aan de resultaten van zijn regeerperiode en die van zijn vader en broer Vespasianus en Titus. Het gaat dan om zijn uitgebreide bouwactiviteit in Rome (oa) en ook de militaire en economische politiek van de verdoemde keizer krijgt de aandacht. Met zo’n tentoonstelling wordt je toch weer behoorlijk mainstream, zelfs al ben je een despoot en een autoritair leider.

“VAN EEN TENTOONSTELLING WORDT DOMITIANUS DAN WEER BEHOORLIJK MAINSTREAM”

Het kan dus verkeren, iedere tijd stelt haar eigen vragen en velt haar eigen oordelen.

Identiteitscrisis

Bijna elk standbeeld in Rome heeft in de lange eeuwen van zijn bestaan wel te maken gekregen met een forse identiteitscrisis. Het meest schrijnende geval wat dat betreft is natuurlijk keizer Marcus Aurelius, die op zijn bronzen paart op het Capitool prijkt – toch een ereplekje in Rome. Maar die eer viel hem alleen maar te beurt omdat hij eeuwenlang door het leven ging als keizer Constantijn, de eerste Christelijke Keizer. En die gooi je – kostbaar materiaal of niet – niet in de smeltovens. Of Marcus Aurelius het op eigen kracht overleefd zou hebben, is op zijn minst onzeker.

De geschiedenis corrigeert

Al deze voorbeelden komen van slechts één vierkante kilometer in Rome. En er zijn er nog veel meer. Ik heb niet eens alle religieuze beelden in de vergelijking betrokken.

Eigenlijk kun je – door je oogharen kijkend – stellen dat de geschiedenis zo haar eigen methodes heeft om het beeld te corrigeren. Subtiel of minder subtiel, maar niks staat letterlijk ‘in steen gebeiteld’. En geldt ook voor onze tijd. 

Bekijk ook de video

Sandrina Bokhorst, augustus 2020

Persoonlijk Rome

Sandrina Bokhorst

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.